JEZUS WAS SLECHTS EEN BOODSCHAPPER,

…en geen godsdienststichter.

Hij was een gezondene om de mensheid te demonstreren hóe we tot die verlossing kunnen komen. Hij was een afzònderlijk rechtstreekse schepping om ons de praktijk te tonen. 

God zond ons dus zijn speciaal voor die taak geschapen Jezus, als mens tussen de mensen om de boodschap te verkondigen en maakte de mens bewust van zijn Goddelijke afkomst. Jezus liet zien dat er maar één pad is; liet zien dat het om je eigen kruisiging gaat. Hij deed het vóór, je eigen kruisiging. Hij demonstreerde tot hoever wij bereid moeten zijn om Zijn pad te volgen. Hij toonde de praktijk hóe we naar Huis kunnen terugkeren. 

Hij demonstreerde van hoever een mens bereid moet zijn om zijn ego af te leggen of het gewoon te kruisigen. De kruisiging is dus géén symbool van het afleggen van onwetendheid! Het is precies door het afleggen van deze onwetendheid dat je gaat beseffen dat je je ego moet gaan kruisigen. Het kruisigingsproces is dus een 'gevolg' van het afleggen van de onwetendheid.

Jezus speelt dus een belangrijke rol; niet door zijn lijden en dood, maar hoé je je kunt verlossen van binnenuit. Het is om die reden dan ook niet zinvol om een boodschapper te gaan aanbidden want dat is vaak ego-gericht, maar die boodschap te gaan begrijpen wat de boodschap is, omdat hier wel wat misverstanden over zijn.

Jezus was ook geen leraar; een leraar is iemand die de boodschap aan zijn tijd aanpast en uitlegt, want lange tijd geleden was de tijd anders en de uitleg ook anders. Zijn boodschap had ook niets met goedheid te maken in de dualistische wereld. 

Een boodschapper is dus enkel iemand die de boodschap geeft en daar liep het eigenlijk al fout; Jezus mòcht omwille van zijn tijd niet uitleggen waarover het ging. Voor die tijd was dat niet zo bijzonder, aangezien een leraar zich zou moeten verantwoorden nog vóór hij les begon te geven! Daarom sprak Jezus ook veel in bedekte terminologie, zoals bijvoorbeeld parabels en vergelijkingen, die echter niet door iedereen begrepen werden. 

De leer van Jezus werd zoals gezegd, gebracht met de kruisgang; de stoffelijke symboliek van het 'ter kruise' gaan van het ego. De kerkelijke Jezus en de gnostische Jezus hebben dus niet zoveel met elkaar. In beide gevallen wordt Hij als een verlosser gezien, maar Zijn wézen als verlosser en de aard van de verlossing verschillen op essentiële punten. 

'Gooi alles weg, en begin helemaal opnieuw',

dàt is wat Jezus bedoelde toen hij zei dat we terug 'kind' moeten worden om de Goddelijke wereld te kunnen betreden. 

Volg ZIJN demonstratie en instructies, en doe niet zoals de meeste andere leerlingen die de echte boodschap niet helemaal begrepen hadden. Bouw geen kerken om de boodschapper te aanbidden, maar luister en volg de boodschappen die hij ons bracht. 

Jezus is dus niet voor ons gestorven; de kruisiging gaat over het afleggen van ons eigen ego en niet met 'ten hemelontneming'. De kerkelijke interpretatie als zou Jezus zich hebben laten kruisigen om onze ‘zonden' te vergeven, laat wel een heel andere uitleg zien. 

De kruisiging was zeker niet alleen maar een persoonlijke willekeurige gebeurtenis. Het was een sterke vingerwijzing voor de mens die de Goddelijke binding weer wilt herstellen. Jezus werd speciaal voor dit doel afzonderlijk geschapen en mag daarom terecht 'de Zoon van God’ worden genoemd. De kruisiging van Jezus was puur van wat elk mens door moet maken om weer terug te keren naar zijn Volmaakte staat van Goddelijkheid.

Jezus was een boodschapper; de volledige wijsheid echter is in God, en kan eigenlijk alleen door God verkregen worden, en dan wordt gesproken over de VOLLEDIGE wijsheid.

Het is duidelijk dat Jezus niet gelijk was aan God! 

Jezus wist ook niet alles en dat kan ook niet, want de Vader heeft zich niet opgesplitst in 3 delen. Jezus noemde God dan ook 'zijn Vader'. 

De Vader is de onbenoembare. Het Al is in mij.

Dat God (de Vader), Jezus (de Zoon) en de heilige geest één zouden zijn klopt dan ook niet. Jezus wist dat je God niet op kon splitsen in 3 delen. Jezus kon onmogelijk God zijn, omdat hij dan ook eeuwig zou moeten zijn, net zoals God zelf!
Het christendom kijkt hier anders naar en beschouwt Jezus als een God, namelijk een derde van de Drievuldigheid. Daarom dat gezegd wordt dat je in Jezus moet geloven als Verlosser van de zonden, terwijl Jezus ons juist de weg wijst om tot die verlossing te kómen. Een kwestie van interpretatie die wel gevolgen kan hebben voor haar volgelingen. 

Voor de ontwaakten zijn de boodschappen van Jezus veel duidelijker.

In de 'Drievoudige verhandelingen' lees je: 

'Hij bestond voordat er iets anders dan Hijzelf tot bestaan gekomen was. 

De Vader is een eenheid, zoals het getal één, want Hij is de eerste en hij is geheel die Hij is. 

Toch is Hij niet zoiets als een afzonderlijk individu. 

Hij is onverwekt.

In het jaar 320 was er een zekere Arius; een ontwaakte, die zich openlijk verzette tegen de invoering van de drievuldigheid met het juiste argument dat Jezus onmogelijk God kon zijn, omdat hij dan ook eeuwig zou moeten zijn. 

Op het concilie van het jaar 325 echter, werd zijn leer - het Arianisme - als ketterij bestempeld, en werd Arius geëxcommuniceerd. Er zijn dus wel een paar doorbraken bekend van de Verlossingsleer, die dan, soms brutaal terneergeslagen werden.

Het einde van de enige juiste Verlossingsleer van Jezus dateert al van die tijd!

William Brassey Hole: praying in the Garden of Gethsemane
William Brassey Hole: praying in the Garden of Gethsemane

Toen Jezus in de tuin van Getsemane was en zei: 

'Niet mijn, maar Uw Wil geschiedde', 

bedoelde hij, en dit bevat zo veel, dat hij zich hier volledig en onvoorwaardelijk overgaf aan het Goddelijke in zichzelf. Hij deed hiermee niets anders dan Liefde geven aan God, en dat deed hij via zijn gevoelsbron; het hart. Het is, zoals gezegd,  de volledige overgave aan het Goddelijke in jezelf. En als je zegt: 

'Uw wil geschiedde en niet de mijne',

dan gaat het over die 'niet de mijne'. Dan gaat het over het stoffelijk gebruik van de vrije wil. Het is dan een soort van gebed; een toegeving die je maakt ten opzichte van God: 'Uw wil is het enige dat hoeft te geschieden en ik pas mij daaraan aan'.